top of page

Didactisch handelen

4.1 Het maken van didactische keuzes
 
4.1.1 De docent toont aan dat bij het ontwerpen van leerpraktijken met inzet van ICT leerdoelen, leerproces en toetsing op elkaar zijn afgestemd.
Tijdens de eerste leerjaren van mijn opleiding had ik zelf nog heel veel structuur nodig bij het ontwerpen van mijn lessen, zodat ik niks vergat. Lesson up is een online programma wat mij erg heeft geholpen om structuur aan te brengen in mijn lessen. Via Lesson Up kun je een online les plan invullen en deze daadwerkelijk vullen en gebruiken in je les. Wat zo handig is aan het programma is dat je bij het activeren van de voorkennis de klas een gezamelijke mindmap kan laten maken, hierna volgt je les inhoud met wat je maar wilt, en om tot slot de lesdoelen de controleren kun je ook allerlei digitale werkvormen gebruiken. Zoals een formatieve toets met open of gesloten vragen. In het PDF bestand hiernaast staat een uitgewerkte les die ik via Lesson up ontworpen heb. Ook kun je op de button klikken om naar de les zelf te gaan.
4.1.2 De docent toont aan een relevante, rijke en effectieve leeromgeving te kunnen inrichten met ICT.
Op mijn WPL-4 school wordt gewerkt met WIKI en IT's ELO. Voor het vak klinisch redeneren was er een gedeelte van de WIKI nog leeg. Dit was het gedeelte waar de planning moest staan en de informatie die de studenten nodig hadden om zich goed voor te kunnen bereiden op de les. Deze info heb ik aangevuld op de WIKI zodat er weer duidelijkheid was voor de studenten. Binnen de opleiding hebben wij geleerd hoe je zelfstandig een WIKI bouwt. Daarom kon ik hier zonder problemen mee aan de slag.
Wanneer studenten opdrachten moeten maken welke ingeleverd moeten worden, gebeurt dit via IT's ELO. Voordat studenten de opdracht in kunnen leveren heb ik als docent wel de taak om dit mogelijk te maken via IT's ELO. 
De ambassadeur voor digitale didactiek op mijn WPL4 stage heeft mij hierin wegwijs gemaakt.
4.1.3 De docent toont aan individuele leerprocessen en samenwerkend leren te kunnen aansturen en begeleiden met een effectieve inzet van ICT.
Zoals ik hierboven al aangaf wordt er op mijn WPL-4 school onder andere met WIKI gewerkt. Momenteel ben ik bezig om voor de vakken klinisch redeneren de colleges op te nemen. De studenten kunnen zich op deze manier voor bereiden op de les, dit doen zij individueel. Wat mij dit oplevert in de les is dat er meer tijd is om praktisch aan de slag te gaan. Voor het vak klinisch redeneren moeten de studenten namelijk voor elk onderwerp een casus uitgebreid uitwerken. Het uitwerken van de casus laat ik hen in de les doen door middel van samenwerking. Iedere student werkt zijn eigen deel uit van de casus. Hierna vertellen zij aan elkaar wat zij hebben uitgewerkt zodat iedereen de nodige informatie heeft. Hierna kan ik controleren of de doelen met betrekking tot de casus gehaald zijn. En eventuele foute opvattingen corrigeren.
lesson up.png
samen werken.png
4.2 ICT organiseren in de (digitale) leeromgeving
4.2.1 De docent toont aan dat hij de benodigde faciliteiten, hard- en software kan organiseren.
(tijdens presentatie ICT- portfolio)
4.2.2 De docent toont aan dat hij de schoolregels ten aanzien van ICT toepast en in staat is deze te vertalen binnen zijn onderwijscontext.
Bij de indicator 3.3.2 ben ik hier al op ingegaan, daarom verwijs ik u naar de pagina digitale media en informatiegeletterdheid.
4.2.3 De docent toont aan dat hij ICT betekenisvol en efficiënt kan inzetten rekening houdend met de grootte en de diversiteit van een groep leerlingen.
Zoals ik bij 4.1.3 aangaf, neem ik voor het vak klinisch redeneren mijn lessen op zodat ik in de les praktisch bezig kan met de studenten. Niet alleen hebben de studenten hierdoor meer oefentijd. Maar het zorgt er ook voor dat de studenten die de stof begrijpen aan de slag kunnen. Hierdoor heb ik tijd om extra uitleg en ondersteuning te geven aan de studenten die dit nodig hebben. Ik geef les op het MBO en heb te maken met allerlei verschillende studenten. Sommige studenten komen uit een welvarend gezin, en andere komen uit een gezin wat laag op de sociale ladder staat. Deze studenten hebben vaak bijbaantjes of andere dingen aan hun hoofd. Tijdens het college vinden zij het moeilijk om lang op te letten. De colleges die ik opneem zijn filmpjes die nooit langer zijn dan 5 minuten. Hierdoor is het gemakkelijker voor de studenten om de aandacht te behouden en om gemakkelijk te kunnen selecteren welk filmpje zij willen zien. Ook kunnen de studenten het moment kiezen waarop zij het college willen volgen. Dit biedt studenten met bijbaantjes of een complexe thuissituatie meer vrijheid. En tijdens de les kunnen zij praktisch bezig waardoor zij minder snel afgeleid zijn.
In de video's hiernaast en hieronder is te zien hoe zo'n college eruit ziet.
4.3 Arrangeren van digitaal leermateriaal
4.3.1 De docent toont aan dat hij gebruik maakt van diverse vindplaatsen van digitaal leermateriaal en in staat is daaruit ander leermateriaal te arrangeren.
De meeste lessen die ik geef gaan over het functioneren en het disfunctioneren van het menselijk lichaam. De studenten hebben voor de vakken theorie boeken. De werkboeken zijn digitaal via schooltas. Als docent mag je zelf de keuze maken of je tijdens de lessen het werkboek gebruikt. Binnen het team hebben we afgesproken dit zo veel mogelijk te doen zodat de studenten weten waarom zij het aan moeten schaffen.
Daarnaast ben ik abonnee van het YouTube kanaal 'Juf Daniëlle'. Zij post veel verschillende video's over het menselijk lichaam en over wanneer het disfunctioneert. Door middel van illustraties maakt zij dit
inzichtelijk. Daarnaast raad ik de studenten die moeite hebben
met anatomie aan om naar site anatomie online te gaan, daar 
kunnen de studenten door middel van flashcards en toetjes hun
anatomie kennis op peil houden. Deze site is speciaal voor MBO
studenten. klik op de torso om naar de site te gaan.
4.3.2 De docent toont aan dat hij digitaal leermateriaal kan aanpassen aan de kenmerken van de lerenden, waarbij rekening wordt gehouden met verschillen in niveau, interesse, tempo en wijze van leren.
Aan het eind van iedere periode zijn alle onderwerpen behandeld in de les. De studenten kunnen leren voor de toets door hun aantekeningen te leren, de presentaties nog eens door te nemen met alle filmpjes erin etc. Maar voor sommige studenten is dit nog niet genoeg, zij hebben nog wat extra uitleg nodig. En voor andere studenten is het nog niet genoeg omdat zij graag nog extra uitgedaagd willen worden. Daarom heb ik bedacht om van mijn bufferles een 'in- en uitcheck' les te maken. Wat houdt dit in? Alle studenten zijn aanwezig en mogen zelf kiezen hoe zij met de stof bezig gaan. Sommige kiezen ervoor om de begrippen te gaan leren via een Drillster of een WRTS, anderen gaan een samenvatting maken, of elkaar overhoren. Noem maar op. Lessen duren altijd 90 minuten. Ik verdeel de aantal onderwerpen van de periode in deze 90 minuten en zet deze verdeling via PowerPoint op het bord. De studenten kunnen wanneer het hen uitkomt ervoor kiezen om bij mij te komen zitten voor extra uitleg en voor vragen, ook stel ik vragen aan de studenten. Bijvoorbeeld, wat weet je al wel van het onderwerp? Op deze manier differentieer ik tussen studenten en wordt iedereen bedeelt. 
Voor de studenten die extra uitdaging willen, meestal zijn dit 1 of 2 studenten in een klas, heb ik extra verdiepingsopdrachten gemaakt die zij via IT's ELO kunnen vinden. Studenten geven aan deze les als zeer prettig te ervaren.
4.3.3 De docent toont aan dat hij in staat is om digitaal leermateriaal aan te passen rekening houdend met beeldschermdidactiek.
Bij 4.3.2 is een dia van één van mijn presentaties te zien die ik gebruik tijdens mijn lessen. Waar ik altijd op let wanneer ik een presentatie maak is dat deze helder en overzichtelijk is. Daarom gebruik ik altijd het lettertype Arial in mijn presentaties, zelf ben ik dyslectisch en ik weet naast mij ook heel veel studenten die ik les geef. Arial is dan een prettig lettertype om te lezen. Daarnaast plak ik niet in elke dia een plaatje, dat kan soms voor teveel afleiding zorgen. 
Wanneer ik een planning maar van de les periode voor de studenten dat zorg ik er altijd voor dat de planning in een duidelijke overzichtelijke kolom wordt weergegeven. Bij indicator 3.2.1 geef ik hier een voorbeeld van.
torso.jpg
Knipsel PP.PNG
PP prezi.png
drillster.png
kahoot.jpg
4.4 Kennisoverdracht
4.4.1 De docent toont aan dat hij gebruik maakt van ICT in zijn instructie en daarbij diverse hard- en software kan inzetten.
Door middel van de online video's (4.2) geef ik mijn les instructies voor het vak klinisch redeneren. Daarnaast maak ik gebruik van een Prezi, PowerPoint of lessen-up om de les zelf mee in te vullen.
De ene keer vertel ik een inleidend verhaal bij de instructie, de andere keer zet ik een Kahoot in om de voorkennis te activeren of laat ik een filmpje zien over het desbetreffende onderwerp. De manier van instructie geven wisselt elkaar af.
De instructie van een les zelf laat ik vaak gedurende de opdracht op het digiboard staan. Studenten vinden het prettig om regelmatig te kijken of zij de opdracht nog goed uitvoeren, of wat zij ook alweer moesten doen wanneer zij klaar waren.

 
4.4.2 De docent toont aan dat hij ICT inzet om gestructureerd oefenen vorm te geven.
De studenten die ik momenteel les geef zijn erg enthousiast over drillster. In dit programma kunnen de studenten meerdere keren achter elkaar flashcards bekijken en oefenvragen beantwoorden. De app houdt bij hoe goed de student het doen en laat fout beantwoorde vragen ook terugkomen totdat deze goed beantwoord zijn. Op deze manier worden begrippen geautomatiseerd en wordt het niveau van onthouden en begrijpen goed ontwikkeld. 
Daarnaast blijven studenten een Kahoot ook erg leuk vinden, vooral door het muziekje en doordat zij kunnen 'winnen'. 
De filmpjes die ik maak voor klinisch redeneren vinden studenten ook erg fijn voor het leren. Zij kunnen het filmpje net zo vaak terug kijken als zij zelf maar willen.
4.5 Kennisconstructie
4.5.1 De docent toont aan dat hij de actieve kennisconstructie van zijn leerlingen bevordert met behulp van ICT.
Via de site 'LessonUp.io' kun je als docent je gehele les wegzetten. Van voorkennis activerende activiteiten tot de terugblik op de les. De studenten kunnen via een code mee doen op hun telefoon. Bij het activeren van de voorkennis kun je de studenten bijvoorbeeld een mindmap laten maken van het lesonderwerp, ze geven antwoord op vragen en kiezen hun plaats in bij stellingen. Bij de afronding van de les kunnen de studenten ook weer antwoord geven op verschillende vragen waarmee je als docent interactief de les af kunt sluiten. Vooral als beginnend docent vind ik deze site prettig op mee te werken. Het biedt veel structuur waardoor je niet snel een les onderdeel vergeet. 
Naast LessonUp vind ik 'Wizer.me' ook een erg leuke/fijne site waarmee je les kunt geven. Wat ik fijn vind aan deze site is dat de studenten zelf toegang krijgen tot jouw les en deze op hun eigen tempo online kunnen volgen. Dus ook als zij ziek zijn, zij kunnen dan op een ander moment alsnog jouw les maken.
4.5.2 De docent toont aan dat hij het leren leren van zijn leerlingen ondersteunt en bevordert met behulp van ICT.
Door sites als Kahoot, Drillster, Prezi, LessonUp, Wizer.me te gebruiken worden de studenten gestimuleerd om mee te doen. Wanneer ik de studenten stimuleer om antwoord op een vraag te geven die ik klassikaal stel, dan zijn er een aantal studenten die antwoord geven. Maar er zijn ook altijd studenten die zich niet willen laten horen en met hun gedachten ergens anders zitten. Door ICT in te zetten worden de studenten veel meer gestimuleerd om mee te doen. Ook heb je een veel beter zicht op wie er wel en niet actief mee doen. Vaak kun je op deze sites namelijk zien wie of hoeveel studenten er zijn ingelogd. De studenten zijn actiever bezig waardoor er meer wordt geleerd.
Op mijn WPL4 school maak ik zoals eerder omschreven gebruik van Wikiwijs om mijn colleges aan te bieden. De studenten zijn nu zelf verantwoordelijk voor opdoen van de kennis. Wat ik nu ervaar tijdens mijn colleges is dat studenten met gerichtere, vragen bij mij komen en actief om feedback vragen. Zij worden kritischer op hun eigen werk en leren.
4.5.3 De docent toont aan dat hij de synchrone- en asynchrone samenwerking en communicatie tussen leerlingen en docent op een gepaste manier faciliteert door gebruik te maken van ICT.
Door het aanbieden van online colleges en overig online lesmateriaal waar de studenten zelfstandig aan kunnen werken is er sprake van asynchrone samenwerking en communicatie. Studenten kunnen mij ook altijd via de mail bereiken wanneer zij vragen hebben. 
In het leerjaar waar ik lesgeef (leerjaar 2) kunnen online noties worden gemaakt in de 'groep'. In deze groep in Office 365 zitten alle docenten van leerjaar 2. Zodra ik voor de vergadering iets op de agenda wil zetten kan ik dit online doen, net als alle overig docenten. Zo stellen wij samen de agenda voor de vergaderingen samen. Ook veel van mijn ontworpen lesmateriaal staat online waar alle docenten van het onderwijsteam bij kunnen.
Momenteel ben ik SLB'er van 1 klas, dit zijn studenten van de opleiding verpleegkunde in het 2e leerjaar. Aan het begin van het jaar heb ik een groepsapp aan laten maken met al mijn studenten. Op deze manier is er snel contact en kan ik ook snel reageren op vragen. Hierin hebben we als klas wel afspraken gemaakt. Zo ben ik in het weekend niet bereikbaar. 

 
lessenup voorkennis.PNG
wizer me.png
app.jpg
toets omdenken.png
quayn.png
4.6) Beoordelen van leerprestaties en evalueren van onderwijs
4.6.1) De docent toont aan dat hij het leerproces van leerlingen zichtbaar kan maken en kan volgen door middel van diverse vormen van digitale toetsing en evaluatie.
Op mijn WPL4 school wordt er school breed getoetst via het online toetsprogramma Quayn. Als vak docent ben ik verantwoordelijk voor het aanleveren van de toetsvragen die afgenomen moeten worden. Wanneer de toets gemaakt is maakt het programma een analyse van alle antwoorden en zo wordt er inzichtelijk gemaakt welke vragen te makkelijk of te moeilijk waren. Deze vragen moeten voor de volgende keer dan veranderd worden. Deze vorm van toetsen wordt toegepast bij het afnemen van de summatieve toetsen. 
Tijdens de lesperiode wil ik ook graag weten hoe de studenten ervoor staan. Hiervoor gebruik ik programma's al Kahoot, Drillster of Socrative. 
Voor het evalueren van mijn lessen maak ik gebruik van het evaluatieprogramma wat op mijn WPL4 school gebruikt wordt: Feedme. Daarnaast maak ik ook gebruik van Google Forms, ter afwisseling. 
4.6.2) De docent toont aan dat hij een digitale toets kan maken die transparant is op validiteit en betrouwbaarheid.
Formatieve toetsen maak en ontwerp ik zelf en zet ik zelf digitaal weg. Dit zijn toetsen zoals een Kahoot. De summatieve toetsen die ik maak worden door andere docenten weg gezet in het online toets programma Quayn. Wel is het mijn taak om ervoor te zorgen dat de vragen die geformuleerd worden te maken hebben met de stof die tijdens de lessen zijn behandeld, dus betrouwbaar zijn. Daarnaast hou ik bij het maken van de toets rekening met het kwalificatiedossier van verpleegkundige. Wat moet de verpleegkundige kunnen? dus wat moet er getoetst worden? op die manier waarborg ik de validiteit van de toets.
4.6.3) De docent toont aan dat hij een digitale toets kan organiseren.
Het afnemen van een formatieve toets kan gemakkelijk tijdens de les afgenomen worden. Wel moet ik hiermee rekening houden tijdens mijn lesplan.
De summatieve toetsen worden georganiseerd door 2 docenten die dit in hun takenpakket hebben zitten. Als SLB'er is het wel mijn taak om ervoor te zorgen dat bij al mijn SLB studenten het toetsprogramma is geïnstalleerd op de laptop voor de toetsweek begint. Daarnaast survailleer ik in de toetsweek bij verschillende toetsen. Daarom is het belangrijk dat ik weet wat de regels zijn rondom het toetsen en hoe het toetsprogramma werkt. Dit hebben de docenten die verantwoordelijk zijn voor het organiseren/regelen van de toetsafname mij uitgelegd. Op deze manier kan ik tijden het afnemen kleine storingen verhelpen. Zodra ik er niet uit kom stuur ik de student naar het ICT lokaal waar altijd 2 docenten zitten om studenten met ICT problemen op te vangen. Op deze manier draag ik bij en de organisatie van digitale toetsing.
bottom of page